POR 2010: verkenning verdeling Wmo
Met ingang van 2007 zijn er AWBZ-middelen naar gemeenten gedecentraliseerd voor huishoudelijke verzorging en een aantal aanverwante specifieke regelingen. Dit vindt plaats via een zogenaamd integratie-artikel van het gemeentefonds. Voor deze middelen is op basis van de feitelijke gebruiksgegevens over het jaar 2005 een verdeelsleutel ontwikkeld, waarbij een aantal bestuurlijke keuzes is gemaakt. Op grond hiervan is er onder andere voor gekozen om scheefgroei uit het verleden recht te trekken en een aantal specifieke geldstromen meer algemeen te verdelen over alle gemeenten. Via een overgangsregeling zijn deze middelen aan het gemeentefonds toegevoegd en worden ze (naast de overgangsbudgetten) met ingang van 2008 verdeeld via de objectieve verdeelsleutel.
In een motie van de Tweede Kamer is met klem gevraagd om in de verdeelsleutel meer rekening te houden met verschillen tussen gemeenten ten aanzien van de gezondheidstoestand en de sociaal-economische positie van de bevolking. De staatssecretaris van BZK heeft aangegeven bij de uitwerking van dit verzoek rekening te houden met de gangbare spelregels van het gemeentefonds. De inhoud van de motie is expliciet bij de onderzoekswerkzaamheden betrokken. Dit betekent dat is ingegaan op de mogelijke betekenis van genoemde gegevens over gezondheidstoestand en sociaal-economische positie in relatie tot de verdeling van de Wmo-middelen (m.n. huishoudelijke verzorging). Daarbij kan worden opgemerkt dat het vooral gaat om een mogelijke verdere verfijning van het verdeelmodel.