Lokale lasten externe veiligheid
Voor de bekostiging van externe veiligheid was er tot en met 2020 een specifieke financieringsbron beschikbaar, namelijk de Impuls Omgevingsveiligheid (IOV). Middelen voor externe veiligheid zijn per 2021 ondergebracht in het gemeente– en het provinciefonds. Gemeenten en provincies willen graag zicht houden op de omvang van de uitgaven. Cebeon heeft in opdracht van IPO en VNG deze feitelijke lasten geïnventariseerd bij decentrale overheden.
Taken die vallen onder toetsing aan de risico’s van externe veiligheid zijn:
- omgevingsvergunningen: verlening, toezicht en handhaving (Wabo);
- ruimtelijke ordening: gemeentelijke bestemmingsplannen en provinciale inpassingsplannen (Wro);
- overige taken, onder andere bijhouden Register risicosituaties gevaarlijke stoffen en Risicokaart.
De totale netto-lasten voor lokale externe veiligheid bedragen 23 mln. euro. Gemeenten en provincies bekostigen een deel van deze lasten uit algemene middelen. De uitvoering van deze taken vinden plaats bij bevoegd gezagen zelf, maar ook bij omgevingsdiensten en veiligheidsregio’s. Bij en voor gemeenten vindt 20 mln. euro plaats, vooral voor ruimtelijke ordening. Bij provincies vindt 3 mln. euro plaats, vooral voor omgevingsvergunningen en overige taken.