Kijk voorbij de krimp

Vanaf 2016 kregen negen krimpregio’s een extra decentralisatie-uitkering (DU) van samen €11,2 miljoen per jaar. In het rapport ‘Kijk voorbij Krimp’ kijken we naar de vraag hoe regio’s dit geld inzetten en of het ook bijdraagt aan een meer regionale en integrale aanpak van de krimpproblematiek.

De decentrale krimpgelden werden door gemeenten vooral voor ruimte en wonen gebruikt, maar ook voor plannen om regio’s aantrekkelijker te maken en om samen te werken. Soms was het ook een noodzakelijke aanvulling op reguliere budgetten. Krimpgemeenten blijken wat meer uit te geven per inwoner en hebben minder inkomsten. Verder zien we in het sociaal domein dat krimpgemeenten op de ‘zachte’ onderdelen bezuinigen om de hogere uitgaven op de ‘harde’ onderdelen te kunnen bekostigen.

kijk voorbij krimp

Voor de meeste regio’s dekt de term ‘krimp’ niet meer volledig de lading. Ook roept de term ‘krimp’ beelden op die moeilijk zijn te verenigen met de economische dynamiek die het merendeel van de regio’s laat zien. Kijk bijvoorbeeld naar Zuid-Limburg. Evenmin doet het generieke label krimp recht aan de verscheidenheid tussen de regio’s en de behoefte aan maatwerk. De regio’s vragen om regionaal beleid dat investeert in de grote opgaven op zowel het fysieke terrein (sloop, herbouw) als op het sociale terrein. Ondersteund door een dergelijk beleid kan men in de geografische periferie van ons land weer met vertrouwen naar de toekomst kijken. Noem het toekomstkracht, ontwikkeling vanuit het regionale DNA, endogeen beleid, het maakt niet uit. Maar zo’n aanpak is van belang voor heel Nederland.

In 2021 komt het ministerie van Binnenlandse Zaken met een evaluatie van het Nationale Actieplan Bevolkingsdaling en wordt ook bekeken of en hoe extra middelen voor krimpgebieden worden ingezet.

Sitemap
Hosting & Development: Aspage Automatisering Aspage Automatisering & The Imagineering SuiteThe Imagineering Suite