Capaciteitsonderzoek provincie Fryslân
De financiële ruimte van de provincie Fryslân neemt af. Daarnaast vraagt de veranderende verhouding tussen overheid en maatschappij om een herbezinning op de provinciale rol. Deze ontwikkelingen hebben er toe geleid dat de provincie kritisch ‘in de spiegel wil kijken’. De netto lasten van de provincie zijn ingedeeld naar wettelijke taken en autonome taken. Ook is een vergelijking gemaakt met referentieprovincies.
Uit de benchmark blijkt dat Fryslân veel mensen en middelen inzet op de programma’s Infrastructuur, Economie en Mienskip. Met name op het programma Infrastructuur gaat het om wettelijke taken. Op het programma Mienskip gaat het om de wettelijke taken voor Friese taal. Weinig mensen en middelen zet de provincie in op het programma Omgeving, met name voor natuurontwikkeling.
Van de totale personele lasten van 113 euro per inwoner hangt ongeveer 80% samen met wettelijke taken. De overige 20% hangt dus samen met autonome taken. Het totaal voor wettelijke taken ligt in Fryslân iets lager dan het gemiddelde in de referentieprovincies. Bij de autonome taken zijn de personele lasten van Fryslân juist iets hoger dan het gemiddelde in de referentieprovincies.
De uitkomsten van deze benchmark zijn, samen met de parallelle trajecten van zero based budgetting en strategische personeelsplanning, een goed vertrekpunt voor verdere stappen op weg naar een duurzame structurele begroting.