Evaluatie financiële regelingen slachtoffers seksueel misbruik in de jeugdzorginstellingen en pleeggezinnen
De Commissie-Samson onderzocht in 2010-2012 het seksueel misbruik van minderjarigen die, op gezag van de overheid in (rijks)instellingen of pleeggezinnen waren geplaatst. Op basis van dit onderzoek zijn twee (tijdelijke) regelingen getroffen voor een financiële tegemoetkoming aan slachtoffers van seksueel misbruik van uit huis geplaatste kinderen vanaf 1945. Het betreft:
- het Statuut voor de buitengerechtelijke afhandeling van civiele vorderingen tot schadevergoeding in verband met seksueel misbruik van minderjarigen in instellingen en pleeggezinnen
- de Tijdelijke regeling uitkeringen seksueel misbruik minderjarigen in instellingen en pleeggezinnen.
Cebeon heeft, in samenwerking met Regioplan, de werking van en de ervaringen met de twee regelingen geëvalueerd. Deze evaluaties heeft plaatsgevonden in opdracht van het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC) van het ministerie van Veiligheid en Justitie.
De centrale onderzoeksvraag was:
Wat zijn de ervaringen van aanvragers, instellingen en uitvoerders met de regelingen voor schadevergoeding en financiële tegemoetkoming voor slachtoffers van seksueel misbruik in residentiële instellingen en pleeggezinnen?
In het onderzoek zijn interviews gehouden met slachtoffers die een (afgehandelde) aanvraag hebben ingediend bij het Schadefonds. Daarnaast zijn er instellingen geïnterviewd, die schadeclaims hebben gekregen. Ook bij het Schadefonds zelf, als uitvoerende organisatie van de schaderegelingen , zijn interviews afgenomen. Tot slot is ook gesproken met teamleiders van Slachtofferhulp Nederland (die aanvragers desgewenst ondersteuning boden), met de lotgenotenorganisatie SKIP (Seksueel Kindermisbruik Instellingen Pleeggezinnen) en de brancheorganisatie Jeugdzorg Nederland.
We hebben gezien dat voor een deel van de slachtoffers het beoogde doel is bereikt: zij vinden dat hun leed is erkend en dat zij door de toegekende tegemoetkoming in de schade ook enige genoegdoening hebben gekregen. Voor een ander deel van de slachtoffers is het beoogde doel van de regelingen echter niet bereikt. Uit het onderzoek komen verschillende elementen naar voren waardoor de regelingen niet optimaal hebben gewerkt. Hierdoor zijn er – naast slachtoffers die erkenning en genoegdoening hebben gekregen via de regelingen – ook slachtoffers die door het aanvragen van de regelingen opnieuw zijn geraakt.