Financiële gevolgen omgevingswet
Veel gemeenten ervaren de regels voor ruimtelijke plannen als ingewikkeld en onduidelijk. Met de Omgevingswet wil de overheid deze regels (voor bouwen, milieu, waterbeheer, gebiedsontwikkeling, monumentenzorg en natuur) vereenvoudigen en samenvoegen. Zodat het straks bijvoorbeeld makkelijker is om bouwprojecten te starten. De nieuwe Omgevingswet is aangenomen door de Tweede Kamer en treedt in 2021 in werking.
In opdracht van het ministerie van Infrastructuur en Milieu, VNG, IPO en UvW (Bestuursakkoord 2015) is onderzoek gedaan naar de financiële effecten voor Rijk, gemeenten, provincies en waterschappen als gevolg van de nieuwe Omgevingswet. Dit onderzoek is opgesplitst in een aantal deelonderzoeken:
- de huidige kosten en inkomsten (leges) van gemeenten, provincies en waterschappen die zijn gelieerd aan veranderingen als gevolg van de Omgevingswet;
- de financiële effecten van verdere digitalisering binnen de Omgevingswet;
- de (financiële) werklast effecten voor het ‘bevoegd gezag’ van de nieuwe wet inclusief pretoets Amvb’s, invoeringswetten en aanvullingswetten;
- de (financiële) effecten van invoering.
Cebeon heeft de huidige kosten en inkomsten van gemeenten, provincies en waterschappen in beeld gebracht. Daarnaast was Cebeon, samen met Bont Consult, verantwoordelijk voor het samenbrengen van de deelresultaten in één synthese rapport. De synthese vormde één van de bouwstenen voor het interbestuurlijke overleg over de bekostiging van de stelselherziening Omgevingswet. In het voorjaar van 2016 is een akkoord overeengekomen over de verdeling van de kosten en besparingen.
Wanneer u meer wilt weten over deze onderzoeken of op zoek bent naar informatie over de (financiële) betekenis van de Omgevingswet voor uw gemeente, provincie, waterschap of regionale uitvoeringsdienst (RUD), kunt u contact opnemen met Coen van Rij, Liane van Dantzig of Rien Bruins.